Boekfragmenten Ziel en Geest, deel 1 uit de serie De Weg van de Zonnevonk

 

Boekfragmenten

Hoofdstuk - Inleiding. (blz. 31)


Het paradigma als denkraam

 

Ons individueel paradigma kunnen we zien als een denkraam waarbinnen we denken, zien en handelen. We kunnen dat zien als een soort vierkantje. Zonder weerstand kunnen we niet buiten dit denkraam zien en handelen. We zijn ons meestal niet bewust dat dit denkraam onze werkelijkheid bepaalt en begrenst. De grenzen van het denkraam van de ander kunnen we pas zien als dat denkraam kleiner is dan het onze, als ons vierkant groter is dan dat van de ander. Met andere woorden, als ons denkraam het denkraam van de ander kan omvatten. Als ons vierkant kleiner is, kunnen we bij de ander niet constateren dat zijn denkraam ruimer is dan het onze, omdat we niet buiten onze eigen grenzen kunnen zien. Het probleem is vaak dat het soepele denkraam dat een ieder had in zijn kinderjaren, verhardt tot een stug en onwrikbaar paradigma. Het is dan een raamwerk als een gevangenis, waarbinnen het denken, zien en handelen zit opgesloten in een voortdurende herhaling van hetzelfde. De soepelheid en tolerantie verdwijnen dan uit ons leven en maken plaats voor conservatisme, dogmatisme en in het ergste geval fundamentalisme.

 
Wat is het doel van het boek? (blz. 36
)

 

Het doel is een bron van wijsheid en inzicht te zijn. Het is een boek voor mensen die wijsheid en inzicht zoeken en die bereid zijn daarvoor ook moeite te doen. Maar het is geen gemakkelijk boek. Het is een boek dat soms op confronterende wijze mensen wijst op datgene waarmee men bezig is. Ieder mens, iedere lezer haalt datgene uit dit boek wat voor hem belangrijk is en wat aansluit bij zijn ontwikkeliing. Het boek heeft de intentie om zowel de positieve kanten van het menszijn te belichten als de materiële context waarbinnen de mens zich bevindt, evenals de negatieve aspecten. We zullen veel spreken over de balans tussen materie en immaterie en over de universele wetmatigheden. In het boek komt verder het samenspel tussen de verschillende voorkomende energetische krachten aan de orde, zowel materiële als immateriële krachten. We laten het verband zien tussen de verschillende universele wetmatigheden, zodat u bepaalde levensprocessen die daaruit kunnen voortvloeien beter kunt begrijpen. Het boek wil deze balans toelichten en begrijpelijk maken, zodat de lezers zich deze balans eigen kunnen maken. Hierdoor levert het boek op zijn eigen bescheiden wijze een bijdrage aan de ontwikkeling van de essentie van mensen. Echter, de mensen moeten het zelf doen en ze moeten het ook willen. Het boek is alleen een hulpmiddel , een leidraad, een soort wegwijzer voor bewustwording of, als er bij de lezer als bewustwording is, een verfijning van deze bewustwording.

 

De zoeker is vinder, de vinder is nog steeds een zoeker (blz. 64)

 

Alles wat er is komt voort uit het verlangen van God om te ervaren. Mensen zijn daar een afspiegeling van. Ook als mensen denken het gevonden te hebben, zijn ze nog altijd een zoeker en nog lang niet uitgezocht. Dat komt omdat Gods verlangen om te ervaren oneindig groot is. Zo groot dat de beweging, die dit verlangen draagt, alles met zich meeneemt. Mensen kunnen heel goed in staat zijn te zoeken en voor hun gevoel ook te vinden, maar ze zullen nooit de vinder zijn die kan rusten en kan zeggen: "Ik hoef niets meer te doen, want ik heb het gevonden." Dat kan niet, omdat de universele beweging van het zoeken steeds maar doorgaat en doorgaat. Alles is één en één is alles. Alles komt voort uit het verlangen van God om te ervaren, alles keert terug naar het verlangen van God. De zoektocht naar de ervaring is een afspiegeling van dit Godsverlangen. Die ervaring is de vondst van de zoeker, maar deze vondst zal altijd weer een nieuwe ervaring voortbrengen. En zo is de cirkel rond.

 

Boekfragmenten:
Hoofdstuk 1 - De Ziel (blz. 69) 

 

Vraag 35:
Bestaat er een ziel in de mens? Zo ja, wat is dan de ziel in de mens? (blz. 72)

 

Een mens bestaat uit een ziel en een lichaam. Dat wil zeggen, een lichaam dat uit materie en materiële energie bestaat en een ziel die is opgebouwd uit immateriële energie (niet-materiële energiebundels). Deze energiebundels zijn samengesteld uit vele fijnstoffelijke deeltjes van fijnmazige structuren. Die bundels van fijnstoffelijke levensenergie zitten in de energiecentra die zich op verschillende plaatsen boven, achter en voor het lichaam bevinden. Deze plaatsen noemen we chakra's en staan met elkaar in verbinding. Als deze chakra's met elkaar in harmonie zijn, zijn de mens en zijn lichaam in een volkomen evenwicht. "Ziel' is in feite een uitdrukking voor dat wat buiten de materie staat. Dat wil zeggen het fijnstoffelijke gedeelte van de energiestromen die zich in en buiten het lichaamsoppervlak bevinden. Wanneer de mens sterft, verzamelt deze energie zich en wordt die gebundeld in een grote stralende lichtbundel. Dit is de ziel van de mens, een vervolkoming van de eens in het klein ontsproten zonnevonk. De zonnevonk is een deel van de ziel en wel dat deel dat we essentie noemen. De zonnevonk is in ontwikkeling en zal zich steeds verder gaan manifesteren als een steeds grotere en stralendere lichtbundel. Deze ontwikkeling van de zonnevonk hangt af van de mate van fijnmazigheid van zijn energiestructuur en van de wijze waarop en mate waarin de zonnevonk zich op dat moment heeft ontwikkeld.

 

Vraag 42:
Wat is de reden dat de immateriële energie zich bundelt? (blz. 77)

 

De bundeling van immateriële energie is noodzakelijk, omdat bundelen een eenheid van kracht geeft, waardoor de energie sterker geconcentreerd is en daardoor veel meer vermogen in zich heeft om te bestaan. Een gevolg van de bundeling is dat de bewustzijnsaspecten die gekoppeld zijn aan de immateriële levensenergie dan evenredig toenemen. Immateriële energie die niet gebundeld is, blijft ijl en vluchtig en wervelt rond in de universele werelden. Dat zou geen zin hebben als alleen deze energie in de immateriële wereld aanwezig zou zijn. Het zou ook niet eens kunnen, want de immateriële energie heeft ook een drang, een verlangen in zich om zich juist te gaan bundelen om zo een eenheid in energie te worden. Gebundelde immateriële energie is een eenheid op zich. Dat is de drijfveer achter alles wat IS. Alles is energie. God is energie. Alle zonnevonken, zonnekrachten en universele Godsprincipes zijn immateriële energie en als deze energie heeft één verlangen in zich: universele eenwording tot één universeel bewustzijn. Dat is wat het is.

 

Vraag 54:
Wat wordt bedoeld met het trillingsgetal van de zonnevonk? (blz. 84)

 

Wanneer we spreken over de trillingsgetallen van de zonnevonk, dan bedoelt we de kern van de zonnevonk. Want daar gaat het om. De kern van de zonnevonk is de kern van de essentie en dus ook de kern van het Ware ZIJN. De buitenkant van de zonnevonk draait minder snel, omdat de omwentelingen van de energiebanen daar veel groter zijn. Die draaiende beweging zorgt ervoor dat de zonnevonken in beweging blijven en dat de energie sterker kan worden. De energie van de zonnevonk beweegt zich met een bepaalde snelheid, die we het trillingsgetal noemen. Het trillingsgetal van de zonnevonk is de mate waarin en de wijze waarop de immateriële levensenergie zich beweegt in die zonnevonk. Naarmate de zonnevonk sneller beweegt, neemt het trillingsgetal toe. Het is een overlevingsdrang om steeds verder te wentelen. Via de ervaring gaat een zonnevonk naar een hoger trillingsgetal. De energiebundeling van de zonnevonk wordt dan sterker en sterker.

Boekfragmenten: 

Hoofdstuk 2 - De geest (blz. 123)

 

Vraag 104:
De Christelijke leer spreekt over de Heilige Geest. Wat bedoelt deze leer daarmee? (blz. 124)

 

Met de Heilge Geest bedoelt de Christelijke Leer de goddelijke vonk, de zonnevonk. Het gaat dan vooral om contact leggen met de zonnevonk en dus ook om contact leggen met God. Het is verwarrend dat woordje Geest, omdat de menselijke geest iets heel anders is. Heilige Geest wil zeggen: de geest van het heilige van God. Maar dat kan niet, want God heeft geen geest. God IS. De zonnevonk is een afsplitsing van God en IS dus ook. Geest zou men beter kunnen vervangen door het begrip goddelijke vonk. Dat duidt precies aan wat het is.

 

Vraag 109:
Wat is de geest in de mens? (blz. 131)

 

De geest is dat wat de mens als mens ervaart in zijn leven op aarde. Het lichaam van een mens is opgebouwd uit delen die ook uit energieën bestaan. Maar deze energieën zijn van een geheel andere aard en structuur dan die van de ziel. De geest is een resultaat van de energieën die zich in de hersenen en zenuwen manifesteren. De gedachten (taal) van de mens vloeien voort uit de geest. Geest is een materiële energiebundeling, dat wil zeggen een bundeling van materie en materiële energie. De mens is aan de materie gebonden, de geest vloeit voort uit deze materiegebondenheid. Geest is de menselijke zintuiglijke ervaring plus nog wat. Dat 'nog wat' bestaat uit het karakter, impulsen van buitenaf, de opvoeding, de cultuur en alles wat een mens in zijn leven ondergaat. Hij ervaart dit eerst alleen inzijn materiële vorm, namelijk de geest. Als geest en gevoel op den duur beter met elkaar in evenwicht komen, ervaart de mens steeds meer met zijn ziel, ofwel zijn essentie.

 

Vraag 137:
Krishnamurti maakt onderscheid tussen geest en brein. Wat bedoelt hij hiermee? (blz. 150)

 

Geest is volgens Krishnamurti het geheel van alles wat er in en om mensen aan materiële impulsen aanwezig is. De geest als ontvanger van impulsen, als doorgeefluik van impulsen en als uitzender van impulsen. Het brein is het deel dat het centrumgebied vormt van waaruit de geest zich manifesteert en is niet alleen dat wat Helios denkpunt noemt. Krishnamurti onderscheidt geen denkpunt maar het brein, waarbij het brein de zetel van het denkpunt is. Brein kunt u zien als de machinekamer van de geest, het materiële deel van de geest, terwijl de geest ook nog alle materiële impulsen in-, uit- en doorzendt. Het is een materieel compact onderdeel van de gesst. Brein en hersenen kunt u wel gelijkstellen aan elkaar. De hersenen zijn het brein. Daar gebeurt alles en wat daar gebeurt is geest. Brein is materieel tastbaar in de hersenen. geest is materieel voelbaar, merkbaar door de processen die de geest in gangzet, coördineert en verder leidt. 
 

Boekfragmenten:

Hoofdstuk 3 - Het onderscheid tussen het denken en de gedachten (blz. 189)

Vraag 186:
Als het denken geen gedachten en geen hersenimpulsen is, wat is het denken dan? (blz. 193) 

 

Denken komt voort uit hersenimpulsen. Het denken zelf is woordloos. Doordat u echter taal beheerst, bent u in staat met woorden uiting te geven aan het denken en deze direct door middel van de spraak te uiten. Denken is geen taal, maar een voorimpuls ervan. Het zet aan tot taal en is rechtstreeks afkomstig van hersenimpulsen. Denken zelf is geen hersenimpuls, want het denken is een uitingsvorm en een uitingsvorm kan nooit de impuls zelf zijn. Materiële energie vormt het denken. Wat is dan denken? We zullen het kort samenvatten: Denken is een woordloze uitingsvorm, waarbij waarnemingen tot één punt samengebracht worden en worden waargenomen. Deze waarnemingen zijn afkomstig vanuit alles wat aan impulsen door de zintuigen bij de mensen binnenkomt. Dat is woordloos. Dan volgt razensnel een reactiespel tussen de binnengekomen informatie en de hersenimpulsen. Dit reactiespel is woordloos en is denken. Omdat een mens een spraakvermogen heeft, kan hij het resultaat van dit reactiespel, dus het denken, in een taal uiten. Kan hij om de een of andere reden niet spreken, dan uit hij het denken op een andere wijze, zoals door muziek, gebaren en dans. Daartoe zijn er vele communicatievormen.

 

Vraag 243:
Als we voortdurend in gedachten zijn en die gedachten laten gaan als een onbeheerste stroom woorden, blokkeren deze dan het realiseren van onze verlangens? (blz. 228)

 

Ja, dat is juist. De onbeheerste woordenstroom in onze gedachten werkt vertragend op de energie die de verlangens moeten gaan realiseren. Het is echt heel belangrijk te leren de gedachten alleen te gebruiken als we ze nodig hebben. De verlangens worden wel gerealiseerd als dat voor onze groei belangrijk is, alleen belemmeren de gedachten de stroom van materiële en immateriële energie die deze verlangens in gebeurtenissen moet gaan omzetten.


Boekfragmenten:

Hoofdstuk 4 - Het denken en de gedachten stilzetten (blz. 241)


Vraag 251:

Op welke wijze kunnen we de geest van de 21-eeuwse mens bij zijn stilte brengen? (blz. 242)

 

Het gaat erom met de gedachten zodanig te kunnen omgaan dat we de gedachten en de functie van de gedachten in ons leven bepalen en niet andersom. Veelal is dit laatste het geval. De gedachten beheersen de mens volledig en daardoor is hij niet in staat verder te komen buiten de grenzen van het materiële wereldje van de mensen om. Als de mens in staat zou zijn zijn gedachten volledig te sturen, zou hij alleen gedachten hebben als die nodig zijn voor zijn dagelijkse handelingen of voor beslissingen die hij moet verwoorden. Staan onze gedachten veelal stil, dan zijn we stil in onszelf en zijn de reacties vanuit het denken geminimaliseerd. Dan hebben we een intensief contact met onze essentie. Door dit samenspel tussen essentie en denken ontstaat vanuit een geheel nieuw bewustzijn een evenwicht. De mensenwereld zou er totaal anders uitzien, omdat men andere beslissingen zou nemen. Het is uiterst belangrijk om de gedachten als een instrument te gebruiken, net als onze handen, armen of benen. Deze beheersen toch ook niet ons leven? Pas als we onze gedachten zodanig kunnen sturen dat die ons niet meer sturen, kunnen we als mens in contact leven met onze essentie. Pas als er evenwicht is tussen gedachten en ZIJN, is er bewustzijn en kan de mens dat doen wat hij moet doen, namelijk zijn zonnevonk ontwikkelen. Alswij onze gedachten beheersen, beheersen we onze woorden, onze daden en ons hele gedrag. De gedachten beheersen is het eerste, dan vloeit de rest er vanzelf uit voort. Elke andere manier is zinloos. De mens beseft nog veel te weinig hoeveel invloed zijn gedachten en de hieruit voortkomende woorden en daden hebben op zijn gehele leven. Vaak is de essentie geblokkeerd geraakt door emoties en moeten eerst die emotionele blokkades weg zijn voordat er een goed contact kan zijn tussen gedachten en ZIJN. Het loslaten van de emotionele blokkades gebeurt met pijn, gedachten, woorden en ook daden. Dit alles komt uit de blokkade voort. Wanneer we ons hiervan bewust zijn, zullen de gevolgen ervan veeel minder verstrekkend zijn. Dan is er bewustwording en kan de blokkade zich gaan opheffen. Als we niet bewust zijn van Dat wat IS en van watwe zijn en doen, zullen ervaringen zich gaan herhalen. Bewustzijn is de eerste stap, de gedachten beheersen de tweede stap, contact leggen met uw essentie de derde stap. Dit is alles.

 

Vraag 314: 

Wordt inzicht geboren vanuit de stilte in ons ZIJN? (blz. 284)

 

Als we onze gedachten stilzetten, kunnen we stilte ervaren. We kunnen ook stilte ervaren door stilte te ervaren, waardoor onze  gedachten worden stilgezet. Het is het één of het ander. De gedachten stilzetten geeft stilte, maar stilte leidt ook tot de gedachten stilzetten. Stilte ervaren brengt automatisch met zich mee dat we op dat moment onze gedachten tot rust hebben gebracht. Inzicht in dingen kan inderdaad ontstaan op die momenten waarop de gedachten stil zijn. Dat zijn dan de ogenblikken waarop contact met de zonnevonk, de essentie, kan worden gemaakt. Inzicht komt vanuit de essentie, mensen kunnen het door plotselingen ingevingen ontvangen. Dat kan inderdaad alleen als er in de mens zelf stiltemomenten zijn. Het inzicht is er altijd al, maar in de stiltemomenten kan de mens het pas horen.

 

Boekfragmenten:

Hoofdstuk 5 - Het voelen (blz. 293)

 

Vraag 365:
Een ervaring spiegelt iets. Wat spiegelt een ervaring?

 

Een ervaring spiegelt altijd de zijnssituatie of zijnstoestand van de essentie op dat ene moment. De ervaring spiegelt hoe andere ervaringen zijn ervaren en verwerkt of hoe ze juist niet zijn verwerkt. Ervaringen laten altijd iets zien. Ze laten zien wat voor vermogens de mens in zich draagt, maar ze laten ook zijn onvermogen zien. Het is met ervaringen hetzelfde als met rimpels in het water als we er een steen in gooien: wanneer we een kiezelsteentje in het water gooent, zijn er kleine rimpels, maar wanneer we grote keien in het water gooien, zijn er grote golfbewegingen. Het zijn reacties op dat wat het water op dat moment ervaart: een kleine turbulentie of een grote turbulentie. Wij zien het, maar het water ervaart het. Dat water kunnen we vergelijken met de essentie, de mens die de stenen gooit met alle energetische acties die het leven met zich meebrengt. Die rimpels in het water zijn de ervaringen van de essentie. De mens die ernaar kijkt, zijn wij als waarnemer, als mens. We kunnen als mens twee dingen doen: we kunnen ons vereenzelvigen met die ervaring en er ziek en beroerd van worden. Dan zijn we die ervaring. Als persoon mens zijn we dan volkomen gevangen in onze persoonlijkheid, zodat we geen kant meer op kunnen en ons ziek en naar gaan voelen, met alle gvolgen van dien. We kunne ook de ervaringen ervaren op een afstand, als waarnemer. Dan zijn we niet de ervaring en we ondergaan niet die ervaring: we nemen alleen waar, en dat is precies de houding die de beste is voor ons welzijn als mens en als essentie. We erevaren op afstand, we staan erbij en we kijken ernaar en onze essentie kan de ervaring op zich laten inwerken en een goede plek geven. De ervaring is een spiegel: hoe onthechter we zijn, hoe helderder het spiegelbeeld is en hoe meer we aan die ervaring hebben. Een ervaring is een spiegel en daardoor een leermoment om als mens te beseffen dat we alleen verder komen als we volkomen in ons bewustzijn leven, in ons ZIJN leven en in contact staan met onze essentie.

 

Boekfragmenten: 

Hoofdstuk 6 - De intuïtie (blz. 377)

 

Vraag 428:
Wat is intuïtie? (blz. 378)

 

Intuïtie is het in contact zijn met ons eigen essentie zonder tusenkomst van emoties en gedachten. Het is het 'op ons gevoel leven', zoals mensen dat ook wel noemen. Intuïtie is heel essentieel voor een mensenleven. Mensen zouden intuïtie nog veel meer moeten gaan ontwikkelen. Het is voor mensen heel moeilijk het verschil te voelen tussen dat wat de intuïtie hen ingeeft en dat wat gedachten en emoties ingeven. Als een mens steeds weer oefent en oefent, leert hij steeds beter het verschil begrijpen en kan hij heel goed gaan vertrouwen op zijn intuïtie. Intuïtie is vaak onduidelijk en een vaag, onbestemd gevoel. Gedachten en emoties overstemmen het veelal. Het is nodig eerst te oefenen om goed met deze emoties en gedachten om te gaan, zodat ze ons niet beheersen. Dan kunnen we veel beter de stem van onze essentie, dus van onze intuïtie, horen. De essentie is de kern van de immateriële energie in ons, de intuïtie is het contact met de immateriële energie van de essentie. Om goed voor onze essentie te kunnen zorgen, zodat zij zich goed kan ontwikkelen, is een goed contact ermee, dus een goede intuïtie, onontbeerlijk. Intuïtief voelen en intuïtie zijn vrijwel gelijk aan elkaar. Met dien verstande dat intuïtie het totaal aan energetisch fijnstoffelijk materiaal aangeeft en intuïtief voelen alleen aangeeft wat we hiermee doen, namelijk voelen.